Aardbei

Hoe kweek je aardbeien:

Plantjes in de grond en klaar…dat is zeker waar, maar er komt wat meer bij kijken om ieder jaar weer opnieuw een mooi bloeiend aardbeienbed te krijgen. Als je echt een aardbeienliefhebber bent, moet je zorgen voor constante aanvoer door de aanplant van diverse rassen en meerdere bedden; oude en nieuwere. De zogenaamde “doordragers” die indien het mooi weer is, in mei hun eerste opbrengst geven. Hierna zal een rustperiode volgen en begint de bloei weer en dat gaat zo met tussenpozen door totdat de vorst er een einde aan maakt. Zet de planten op 30 cm uit elkaar en geef ze in het begin regelmatig water totdat de plantjes goed aangeslagen zijn. In juli zullen er uitlopers aan de plantjes komen, knip deze in het eerste jaar steevast allemaal weg. In het tweede jaar kun je de uitlopers gaan gebruiken om een 2e nieuw aardbeienbed aan te gaan leggen. Gebruik van de uitlopers alleen het eerste plantje en knip wat daarna komt weg. Zorg dat dit nieuwe plantje op de aarde komt te liggen. Zet deze desnoods vast met een klein U-profieltje, zelf te buigen van dun staaldraad. De plant zal worteltjes gaan maken en zich vastzetten in de grond. In augustus, als het vochtig weer is, kun je planten los knippen van de moederplant en verplaatsen naar een nieuw te maken bed. Het oorspronkelijke aardbeienbed is nu twee jaar oud. En kan nog een seizoen mee. De opbrengst van dit aardbeienbed is dan nog wel goed, maar je zult merken dat de opbrengst minder wordt en minder groot. Na deze zomer moet je dit bed opruimen en iets anders gaan telen op deze plaats in de tuin. De andere rassen, zoals bijvoorbeeld Lambada of de Framboosaardbei, behandel je hetzelfde. Alleen zullen deze soorten éénmaal in juni-juli hun opbrengst geven. Doe aan wisselteelt en teel nooit te lang hetzelfde gewas op dezelfde plaats; altijd doorschuiven! Op deze manier zorg je voor een gezond gewas, met een goede lekkere oogst, want daar doe je het toch voor!